Doordat mijn moeder vroeger volledig afgesloten was van haar gevoelsleven en door haar onzekerheid en haar teleurstelling in mijn vader, was ze nogal met zichzelf bezig. Ik kon niet echt op haar rekenen, ze raakte me nooit aan en ik kreeg nooit oprechte aandacht. Het was eerder andersom, mijn moeder rekende meer op mij: ik moest adviseren over haar sollicitatiebrieven op mijn 14e en zelfs toen ik gepest werd op school hoorde ze het niet echt.
Ik moest het echt zelf maar uitzoeken, ik leefde in voortdurende angsten. Ze kon mij en mijn broertje eigenlijk niet aan, soms zat ze ons met een pollepel achterna, uit pure machteloosheid, om ons ermee te meppen. Ze was toen hard, koud en totaal niet aanwezig in zichzelf. Mijn vader was verdwenen en er mocht niet over gesproken worden. Er woonde wel een soort van stiefvader in huis die mijn moeder kostganger noemde. Hij had ook geen eigen plek. Hij probeerde de baas over ons te spelen, maar hij voelde zwak en dronk veel. Hierdoor nam ík de plek van mijn vader in, naast mijn moeder en nam een adviserende rol in naarmate ik ouder werd, omdat er appèl op mij werd gedaan.
De rol die ik in mijn gezin van herkomst innam, was dat ik mijn moeders moeder wel eens was, in plaats van haar dochter. Ook stond ik vaak op de plek van mijn afwezige vader. Ik ben de eerstgeborene en het eerste kind neemt vaak de verantwoordelijkheid over als de ouders deze niet nemen. Of als het kind ziet dat één van ouders of beide ouders dit niet kunnen doordat ze bijvoorbeeld emotioneel afwezig zijn.
Dat geeft een kind zoveel onveiligheid dat het kind de verantwoordelijkheid wil gaan dragen, ook al is deze taak veel te zwaar voor een kind, maar ze neemt deze rol vanuit vanuit overlevingsmechanisme, om letterlijk te overleven op dat moment. Dit is onbewust natuurlijk, maar voelt als stressvol en noodzaak voor een kind.
“Ik was mijn moeder’s moeder”
Vanaf mijn 4e of 5e was ik eigenlijk geen kind meer. Ik stond niet op de goede plek in mijn kindrol. Ik voelde me zo onwelkom dat ik twijfelde aan mijn bestaansrecht, mocht ik er wel zijn? Als ik dan heel hard mijn best deed, zouden ze me dan wel zien? Als ik deed wat zij leuk vonden, zouden ze me er dan wel bij betrekken? Als ik huilde was ik overgevoelig en moest ik stoppen met janken, wat ervoor zorgde dat ik tot mijn 28e geen traan heb gelaten en niet meer kón huilen. Mijn pijnlichaam werd groter en groter en ik ontplofte zowat, maar ik kon mijn boosheid niet uiten, dus implodeerde ik.
Ik bleef me maar aanpassen aan de situatie en geweld was een dagelijkse gewoonte in ons gezinsleven. Ik trok me terug in de wereld van boeken en ging met een pot thee op mijn kamer zitten en kwam alleen naar beneden om te eten. Niemand die op me lette, niemand die voor me zorgde. Er was niemand die vroeg hoe het met me ging of lief voor me was in huis. Ik voelde me wanhopiger worden met de jaren. Maar door het onvermogen van mijn moeder kon ik gewoon niet boos worden op haar en niet puberen zoals mijn broertje dat deed. Hem moest ik ook als een soort moeder bemoederen, want hij had ook geen zorg net als ik.
Niemand is op de wereld gezet om haar moeders moeder te zijn. Een moeder hoort er te zijn voor haar kind, maar dat is niet altijd mogelijk omdat moeders ook onverwerkte pijn hebben of zelf nog vanuit een gekwetst kinddeel leven of een sterke innerlijke criticus. Of ze is beschadigd door anderen in haar familie, waardoor ze te weinig liefde heeft gekregen en dan kan ze ook weinig liefde en genegenheid doorgeven. Dat hoorde blijkbaar zo.
Ik wilde steeds meer verdwijnen, ik had meerdere wanhoopspogingen gedaan om te verdwijnen, zoals weglopen; een einde aan mijn leven willen maken door de onmetelijke pijn die ik in mijn buik en hart voelde maar kon dit niet uitvoeren. Ik nam steeds meer verantwoordelijkheid in het gezin om er een goede sfeer van te maken, want dan was ik veilig en kon ik bijkomen. Hierbij leverde ik een groot deel van mezelf in en ging ik pleasen en me aanpassen (op eieren lopen) zodat anderen zich goed voelden. Ik raakte mijn bestaansrecht kwijt, omdat ik mezelf helemaal weggaf voor een beetje positieve aandacht en liefde wat ik flink tekort kwam. Geparentificeerd heet dat, kwam ik later achter. Ik had behoefte aan veiligheid en een warm nest met rust. Gevoed en gesteund worden om uit te groeien tot een krachtige volwassene die zichzelf kon vertrouwen en de wereld in kon gaan om haar potentie te ontplooien.
Moeders zijn niet perfect en er zijn boeken volgeschreven over hoe je daar in je latere leven nog last van kan hebben. Het kan ook in je volwassen leven zijn dat het contact met je moeder niet gelijkwaardig en open is, mogelijk voel je boosheid of gemengde gevoelens. Loskomen daarvan is moeilijk, omdat je werkelijk iets hebt gemist wat je nog altijd hoopt te krijgen, je zult dit nooit meer krijgen wat je tekort bent gekomen.
Veel vrouwen die bij mij nu het jaarprogramma volgen, zijn veel tekort gekomen in liefde en aandacht van hun ouders, of werden niet gezien, of hun hooggevoeligheid werd onderdrukt omdat ouders zichzelf er niet in (h)erkenden. Je gaat nooit meer terugkrijgen wat je tekort bent gekomen van je ouders, ook je partner of je eigen kinderen gaan je dat niet geven, het is hun taak ook niet om dit jou te geven. Het enige en ook het meest bevredigende wat je kunt doen is zelf leren hoe je je zelfliefde kunt laten groeien en erg goed voor jezelf zorgen, leren jezelf in al je behoeften te voorzien. Dat is het enige wat echt heeft geholpen vind ik, om de leegte van vroeger op te vullen. Dat helpt en dat heelt.
Daarnaast is het belangrijk dat je je grenzen weer op een gezonde manier leert bewaken en erkennen. Dat je niet verantwoordelijk bent voor een ander, maar alleen voor jezelf. Dat je anderen ook niet kunt redden, alleen jezelf. Dat je weer kiest om je je bestaansrecht toe te eigenen, omdat deze altijd al van jou is geweest. Als volwassene is het gemakkelijker om vanuit bewustzijn écht te kiezen om hier op Aarde te zijn, je waarde te zien en je plek in deze wereld in te nemen. Je hebt van niemand toestemming nodig. Als je daar last van hebt, wat veel hooggevoeligen hebben, zeg je tegen jezelf: ‘Ik heb recht om te bestaan al vanaf mijn geboorte. Mijn ziel heeft ervoor gekozen om in dit lichaam geboren te worden en dat is mijn geboorterecht, mijn bestaansrecht. Ik eigen me deze toe.’
Ik heb geleerd om te zien dat mijn ouders vanuit onvermogen handelden en ik heb geleerd om zelf weer vrij te zijn, hierdoor is de liefde weer gaan stromen. Dat is een proces van jaren geweest en nu ben ik vrij. Ik ben in opstellingen weer op de plek van het eerste kind gaan staan, waardoor er rust begon te ontstaan in mijzelf omdat ik op de juiste plek sta nu. Niet als mijn vader, niet als mijn moeders moeder. Maar als mijzelf.
Als we in de jaartraining deze oefeningen doen, dan zie je ter plekke transformaties ontstaan als mensen hun juiste plek innemen in het gezin. Er komt rust, balans en je voelt je gewoon echt beter. Er komt een soort erkenning op je hele zijn of zo.
Die gevoelens en gedachten moet je verwerken, je pijnlichaam opschonen en echt weer goed in verbinding komen met je lichaam en je interne veiligheid. Als je dit niet doet kunnen je ervaringen vanuit het verleden je in de weg staan bij het kiezen voor je eigen leven en je eigen ontwikkeling in vrijheid. Je blijft er onbewust mee bezig, je patronen blijven in stand waardoor keer op keer de situatie zich blijft herhalen en dat heb je niet altijd door.
Als je door het proces heen bent gegaan
Uiteindelijk heb ik mezelf kunnen helen, weer mijn plek als kind in kunnen nemen. Ik heb mijn bestaansrecht innerlijk geclaimd en ben tot rust en in balans gekomen, nadat ik alle patronen van mijn overlevingsmechanisme had aangekeken. Deze heb ik verwerkt en getransformeerd tot nieuwe wél ondersteundende denk- en gedragspatronen. Ik ben hier meer dan 20 jaar mee bezig geweest en het is met veel vallen en opstaan uiteindelijk gelukt. Waar therapeuten mij hadden opgegeven, geloofde iets in mij dat dit niet mijn leven kon zijn, daarvoor was ik niet hier gekomen, voor deze ellende waar ik maar mee moest leren leven.
Door dit alles is uiteindelijk de Vrouwenkracht Academie ontstaan en heb ik het het jaarprogramma ontwikkeld. Waarin je in één jaar tijd dit bijzondere proces induikt om het versneld te doorlopen met het bewustzijn en de hoge trilling van nu, doordat je alle tools aangereikt krijgt met goede ondersteuning. Zo kan het leven dus wonderlijk lopen.
De hooggevoelige vrouwen die de oproep van hun ziel hebben beantwoord en zichzelf hebben geheeld, leven niet meer binnen iemands regels of geprojecteerde ideeën over hoe het leven zou moeten zijn. Deze vrouwen hebben opgegeven dat ze ‘aardig’ moeten zijn vanuit de pleasersrol, hebben authenticiteit ontwikkeld. Ze hebben opgegeven om te voldoen aan elke eis die aan hen wordt gesteld. Ze zijn weggelopen uit de gevangenis van het leven waarin ze anderen behagen. Ze hebben geleerd dat het veilig is om te voelen. Het is veilig om jezelf te leren helen en genezen. Het is veilig om je authentieke waarheid te spreken en de kracht van je unieke verhaal te gebruiken en in de wereld te zetten.
Je levenservaring is tegelijkertijd je medicijn. Je pad is jouw doel. Je reis is je bestemming. Het is het allemaal waard geweest. Het is allemaal perfect, alles is goed en het klopt. Hierdoor ben je geworden wie je nu bent, vanuit je volledige potentie ga je je zielenopdracht leven en blijf je in de flow van de innerlijke vrijheid die je verworven hebt. Geen slachtoffer meer van het verhaal van je verleden, je hebt je toekomst herschreven.
De relatie met mezelf is nu enorm goed en ik heb mijn pijnen geheeld. Ik ben een nieuwe relatie aangegaan met mijn moeder en vader waardoor zij zelf een helingsproces hebben ondergaan. Het contact met mijn moeder is nu zeer liefdevol en respectvol. Zij is nu echt mijn moeder en ze neemt haar moederrol. Ik heb veel geïnvesteerd om dit deel te helen. Ik had van tevoren niet verwacht dat dit zo goed uit zou pakken en er echt delen van vele voorgaande generaties geheeld zouden kunnen worden.
Doordat de relatie met mijn ouders en vooral met mijn moeder nu echt liefdevol en goed is, er zit geen pijn meer tussen, is de liefde gaan stromen. Niet alleen tussen ons, maar ook in mijzelf. Ik heb hierdoor een onuitputtelijke bron aangeboord, waardoor ik kan werken vanuit mijn hart en een mooie academie heb kunnen oprichten. Door de ervaringen die ik in mijn leven heb opgedaan kan ik me nu goed inleven in waar de vrouwen mee worstelen. Ik weet hoe dat voelt en wat je ervoor moet doen om in je gezonde deel uit te komen en te leren jezelf te helen. Dat is hart en hard werken, maar het is te doen.