Mijn moestuin.
De herfst nodigt mij uit om toch alles een beetje op z’n beloop te laten.
De natuurlijke moestuin mag zijn zoals ze is, lekker rommelig en zichzelf vormend naar dat waar planten en dieren zich veilig voelen nu de dagen flink korter zijn, de nachten kouder en overdag de zon de tuin omarmt met haar warmte.
Tamara richt zich meer naar binnen, naar het innerlijk lichtje dat altijd brandt en waar Liefde de boventoon voert. Werk wat om aandacht vraagt, het maken van jam van de kilo’s kweepeer en vijgen. De kas gaan we deze week weer mee verder. Ik heb vrijdag bij het Balatonmeer nog 8 goede grote ramen gehaald, dubbel glas zelfs. Die kan ik goed gebruiken, geruild met een paar potjes zelfgemaakte Paardenbloem en bosbessenjam.
Leuk als dat zo kan en weer een leuk contact erbij. Zo leer je steeds meer mensen kennen in een vreemd land die dezelfde levens- en zienswijze hebben. Allebei zo’n stap te hebben gemaakt verbind wel. Altijd wordt er gevraagd, wat de reden was van emigreren. Het is fijn om te kunnen delen en hoe we elkaar kunnen helpen. Dat gebeurt hier in het dorp ook.
Alle kweeperen die ik heb mogen ontvangen, inmiddels drie grote tassen, komen van een buurman in de straat die zelf niets te makken heeft en toch deze komt afgeven. Ik heb er cake van gebakken, ze op siroop gezet en jam van gemaakt en de helft geeft ik dan zo weer aan hem terug maar dan bereid. Zo ruilen we hier en dat voelt heel fijn. Ook mijn oogst van de 160 komkommers die ik niet meer kon zien, is het fijn om deze te geven aan de zigeunerfamilie hier verderop met drie kinderen. Zo lief hoe dankbaar ze zijn en het waardig ontvangen. En gelijk iets terug willen geven. Langzaam maak ik kennis met de mensen en de community die hier al is.
Steeds meer krijg ik de behoefte om de taal te leren spreken in Hongarije en elke dag neem ik me voor om te oefenen en er komt nooit iets van. Ik versta het wel op een bepaalde manier, ik begrijp het, ik voel wat ze zeggen en zijn mij. Het zijn hartmensen de Hongaren. Geen hoofdmensen.
De dagen vliegen voorbij, het is zo druk en mijn innerlijke ruimte wordt elke keer al zo gevuld. Zo off grid wonen, vraagt veel van je tijd en je dagen worden zo opgevuld en de dagen vliegen voorbij. De temperatuur is nog goed, dus haast heb ik nog niet.
Ik moet de knoflook en uien nog planten en de wintergroente nog zaaien. De paprikaplanten binnen zetten en langzaam voorbereiden op de winter. Deze week rijd ik een keer naar de stad om gratis zaagsel te gaan halen bij de houtzagerij voor mijn moestuinbedden mee te bedekken en voor mijn compost toilet.
Alles is hier zo ver. Voor een grotere supermarkt is het al gauw 30 km rijden. Even gauw op en neer is er niet bij. En zo vliegen de dagen voorbij…
Langzaamaan komen we november tegemoet en wat er dan altijd gebeurt is dat ik steeds dieper naar binnen ga, in mijn eigen stilte, diep in mezelf. Dat voelt natuurlijk. November tot en met januari soms ook februari nog ben ik een ras echte kluizenaar. Ik leef dan diep in mijn eigen holletje, mijn leefwereld is dan heel klein. Sociaal ben ik dan niet meer echt. Niemand die me nog veel ziet of hoort.
En ik ga dan het afgelopen jaar verwerken, bezinnen, me terug trekken, opladen, en ben vooral heel creatief bezig. Veel en lang slapen en kachels aanmaken, brood bakken. Mijn kas schilderen en inrichten.
Met af en toe nog iemand online contact zoeken en veel ontspannen en wat rommelen in de tuin. Veel buiten in de bossen wandelen. Fotograferen, luchten kijken, zonnebaden nemen. Naar de spabronnen die hier overal zijn, met genezend water. Mooie ritten maken door de bergen, vooral alles wat met de natuur te maken heeft.
Opladen en diep in mijn ziel zitten. Dat is zalig.