Onze pijnlijke emoties stammen nog uit onze vroegste jaren van ons leven. Deze zijn systematisch perfect weggedrukt of we verdoven ze door te compenseren met afleiding, eten, verslavingen etc. We reageren dan bijna altijd onbewust af op de buitenwereld omdat dit deel nooit goed verwerkt en ontladen is. Het is ook moeilijk te verwerken omdat het afweermechanisme van ons overlevingsmechanisme onszelf tegen houdt te beseffen dat deze pijn vrij komt. We zijn een kei geworden in het onderdrukken ervan.
Hierdoor is heel moeilijk om te beseffen dat er tekort aan emotionele steun en erkenning van je bestaansrecht in de kindertijd was. De loyaliteit naar ouders is vaak groter dan we zelf denken, dan we kunnen kijken naar de eigen pijn die nog niet is geheeld.
Er rust nog een soort taboe op om te spreken over de pijn als de loyaliteit naar onze moeder heel groot is, wat bijna altijd zo is. Door het taboe, kan het niet helen en blijft het in onze diepten van ons emotionele pijnlichaam. Vooral diep weggestopt, je uiterste best doen om dit te blijven negeren, want anders ken je niet. Misschien ook uit angst, voor de pijn die vrij zal komen, alsof deze je zou kunnen overspoelen. De angst voor de angst. Bang zijn om angstgevoelens te ervaren. Deze pijn kan van generatie op generatie doorgegeven zijn, zelfs als je relatie met je eigen moeder goed is, kunnen beiden niet tot bloei komen en deze liefde volledig te laten stromen. Doordat de liefde niet vrij kan stromen omdat het onderdrukken van emoties van eerdere gebeurtenissen, ook in voorgaande generaties in de familieziel nog niet verwerkt is. Dan weet je niet beter dan dat het zo is, dat dit normaal is. Dat liefde tot op zekere hoogte toch beperkt beschikbaar is, of niet voldoende aanwezig, een tekort is iets wat niet normaal hoeft te zijn. Er zitten dan nog onverwerkte delen in die zich generatie op generatie blijven herhalen, tot iemand het gaat zien en helen.
Zonen en dochters nemen ook onbewust de negatieve overtuigingen over van moeder, als is het de subtiele vorm, van: ‘Ik ben niet goed genoeg’ of ‘Ik mag er niet zijn’ bijvoorbeeld. Als kind vraag je dan goedkeuring van je moeder, waardoor je je eigen potentie verraad door loyaal te zijn aan de onbewuste innerlijke behoefte van je moeder. Het gevoel, je moeder niet te mogen overstijgen in fijnere gevoelens over jezelf en over je leven zou voelen als verraad aan haar, dus je kon en kunt dat niet. Dit gebeurt allemaal op systemisch niveau. Als ze wel haar kracht en kwaliteiten zelf zou bevestigen, is ze zich ervan bewust dat háár moeder dit onbewust kan zien als een persoonlijke afwijzing. En om dat te voorkomen neemt ze onbewust deze persoonlijke overtuiging over, om in verbinding te blijven met haar moeder. Zo subtiel ontstaat dit.
Het gaat er ook niet over of je moeder geen goede moeder was of is. Nee, het gaat om wat er onbewust al generaties wordt doorgegeven, wat jij nu kan omdraaien en helen. Daar gaat het over. Dat we hier vandaag zelf de verantwoordelijkheid over kunnen nemen en vanuit ons bewustzijn kunnen zien. Daarom gaan we ook systemisch werken met opstellingen 1 op 1 of heel intensief in de retraite om de generationele pijn op te sporen, zodat bij jou weer de liefde kan doorstromen in het hier en nu.